darmonderzoek

Dikkedarmkanker: 9 fabels en feiten

  • Dikkedarmkanker is een kanker die zelden voorkomt.

    FOUT. Elk jaar krijgen in België ongeveer 8.500 personen dikkedarmkanker. Bij vrouwen is het de tweede meest voorkomende kanker (na borstkanker). Bij mannen staat het op nummer drie (na long- en prostaatkanker).

  • Dikkedarmkanker ontstaat meestal uit poliepen.

    JUIST. Een darmpoliep (= kleine zwelling van het slijmvlies in de wand van de dikke darm) ligt aan de basis van dikkedarmkanker. Meestal zijn poliepen goedaardig en is er geen sprake van dikkedarmkanker. Soms groeien ze tot een kwaadaardig gezwel waardoor langzaamaan kanker kan ontstaan. Het duurt gemiddeld 10 jaar vooraleer een poliep zich ontwikkelt tot een kwaadaardig gezwel. Hierdoor kent de ziekte een sluipend verloop en wordt ze vaak pas laattijdig ontdekt.

  • Als dikkedarmkanker laat wordt ontdekt, is de genezingskans nog steeds heel groot.

    FOUT. Als dikkedarmkanker in een vroeg stadium wordt opgespoord, neemt de kans op genezing toe. Hoe kleiner immers het kankergezwel, hoe meer kans op genezing. De overlevingskans hangt dus af van het tijdstip waarop de tumor ontdekt en behandeld wordt.

    Van de mensen waarbij kanker heel vroeg wordt ontdekt, overleeft 85 tot 95%. Als de kanker later wordt ontdekt, overleeft 60-80%. Slechts 5% van de mensen is na vijf jaar nog in leven als de kanker pas heel laat wordt ontdekt.

  • Als er geen dikkedarmkanker in mijn familie voorkomt, kan ik toch dikkedarmkanker krijgen.

    JUIST. 75% van alle dikkedarmkankers komt voor bij mensen waarbij er in de familie nog geen dikkedarmkanker werd vastgesteld.

  • Het eten van te veel rood vlees verhoogt je risico op dikkedarmkanker.

    JUIST. Je leefstijl speelt een rol in de ontwikkeling van dikkedarmkanker. Het eten van te veel rood en bewerkt vlees is een risicofactor voor dikkedarmkanker. Beperk het gebruik ervan. Ook een beperkte inname van groenten, fruit en vezels, veel vetinname, weinig lichaamsbeweging, roken en overgewicht kunnen bijdragen tot het ontstaan van dikkedarmkanker.

  • Met een stoelgangtest waarbij bloed wordt opgespoord in de stoelgang weet ik met zekerheid of ik dikkedarmkanker heb of niet.

    FOUT. De stoelgangtest uit het bevolkingsonderzoek spoort enkel bloed op in de stoelgang. Een afwijkend resultaat wil enkel zeggen dat er meer bloed in de stoelgang zit dan aangewezen. Bijkomend onderzoek, een coloscopie, is dan aangeraden. Via een coloscopie wordt de darmwand onderzocht op de aanwezigheid van poliepen. Indien er poliepen in de darm aanwezig zijn, worden deze meestal meteen verwijderd. Vervolgens wordt onderzocht of deze goed- of kwaadaardig zijn. Kwaadaardige poliepen wijzen op dikkedarmkanker. Indien er sprake is van een kwaadaardige poliep is verdere behandeling noodzakelijk.

  • Als je jonger bent dan 50 jaar of ouder bent dan 74 jaar (en dus niet uitgenodigd wordt voor het bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker) kun je geen dikkedarmkanker meer krijgen.

    FOUT. Het aantal dikkedarmkankers neemt sterk toe vanaf 50 jaar. Het bevolkingsonderzoek start op 50 jaar.

    Vóór de leeftijd van 50 jaar komt dikkedarmkanker ook voor, maar veel minder. Een grootschalig bevolkingsonderzoek vóór 50 jaar is daarom niet aangewezen. Heb je toch klachten, vragen of een verhoogd risico? Neem contact op met je huisarts.

    Ook boven de leeftijd van 74 jaar komt dikkedarmkanker nog voor. Bespreek met je huisarts of het in jouw geval nuttig is om je toch nog tweejaarlijks te laten onderzoeken. Deze screening valt dan wel buiten het bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker en is niet gratis. Je betaalt het remgeld.

    Denk je dat je een verhoogd risico op dikkedarmkanker hebt, bijvoorbeeld omdat de ziekte in je naaste familie voorkomt? Spreek erover met je huisarts.

  • Ik heb geen klachten en voel me gezond. Dan moet ik helemaal geen stoelgangtest laten doen om dikkedarmkanker op te sporen.

    FOUT. Darmpoliepen groeien heel traag en geven gedurende lange tijd geen klachten. Hierdoor kent de ziekte een sluipend verloop en wordt ze vaak pas laattijdig ontdekt.

    Als dikkedarmkanker in een vroeg stadium ontdekt en behandeld wordt, neemt de kans op genezing toe. Daarom is het belangrijk om kanker op te sporen bij mensen zonder klachten.

  • Vaak diarree hebben betekent niet dat je dikkedarmkanker hebt.

    JUIST. Het lichaam kan duidelijke signalen uitzenden die wijzen op dikkedarmkanker, maar soms zijn de tekenen minder uitgesproken.

    Verandering in het stoelgangpatroon, aanhoudende diarree of constipatie kunnen te wijten zijn aan dikkedarmkanker, maar ook aan een ander gezondheidsprobleem dat helemaal niets te maken heeft met kanker. Het kan ook zijn dat er niets aan de hand is. Neem bij twijfel steeds contact op met je huisarts.