Hiv maakte een evolutie door, jouw beeld ook?
Vandaag bestaat er een efficiënte behandeling die het hiv-virus zodanig onderdrukt dat het niet meer kan worden overgedragen. Hoog tijd dus om ons oude beeld over hiv bij te stellen. En daar helpt Ria Koeck graag bij, beleidsmedewerker van Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid. Ook Tim, die de diagnose hiv kreeg, doet zijn verhaal.
-
Wat is hiv?
Ria: “Het humaan immunodeficiëntie- virus (hiv) valt het afweersysteem aan dat het lichaam verdedigt tegen bacteriën en virussen. Als hiv niet wordt behandeld, blijft het virus zich vermenigvuldigen en krijg je op termijn aids, een ziekte die het immuunsysteem aantast. Het afweersysteem is dan zo verzwakt dat het zich niet meer kan verdedigen. Een gewone infectie kan dan levensbedreigend zijn.”
-
Hoe wordt het overgedragen?
Ria: “Hiv wordt vooral overgedragen via onbeschermd seksueel contact met een besmet persoon, maar het kan ook worden overgedragen via contact met besmet bloed, besmette injectienaalden of van moeder op kind tijdens de zwangerschap, de bevalling en de borstvoeding.”
-
Waar zit de evolutie van vroeger tot nu precies?
Ria: “Toen het virus begin jaren 80 opdook, was er nog geen behandeling. Wereldwijd stierven miljoenen mensen aan aids. In de westerse landen werd de homogemeenschap bijzonder sterk getroffen.
In 1996 kwam er een combinatietherapie van heel zware virusremmers beschikbaar. De behandeling werd pas toegediend in het aidsstadium en mensen namen wel 20 tot 30 pillen per dag.
Van 1996 tot nu maakte de behandeling een grote evolutie door. Er werd een verfijnde cocktail ontwikkeld waarbij nieuwe virusremmers gecombineerd worden in één pil. De medicatie wordt toegediend vanaf de diagnose en is zodanig fijngesteld dat er zo weinig mogelijk nevenwerkingen zijn. Mensen met hiv die hun medicatie nemen, hebben zo’n lage hoeveelheid virus in het bloed waardoor die niet meer meetbaar is. En een virus met een ondetecteerbare virale lading kan niet worden doorgegeven, ook niet door seks zonder een condoom.
Opgelet: bij seks zonder condoom blijf je wel risico lopen op andere seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s), zoals chlamydia…”
-
Wat is de levensverwachting vandaag voor mensen die besmet zijn met hiv?
Ria: “Personen die besmet zijn met hiv en trouw hun virusremmers nemen, hebben een levensverwachting die vergelijkbaar is met mensen zonder hiv. Toch is hiv geen picnic in the parc. Personen met hiv moeten hun medicatie levenslang dagelijks innemen. Hiv heeft ook een impact op de mentale gezondheid – personen met hiv hebben vaker last van angst en depressies – en op de sociale contacten. Bovendien botsen personen met hiv nog vaak op onbegrip vanuit de maatschappij.”
-
Is er nog steeds sprake van een taboe?
Ria: “Het beeld van mensen die sterven, besmettelijkheid en connotatie met bepaalde bevolkingsgroepen is blijven kleven in het collectieve geheugen. Daarom leven personen met hiv vaak met een geheim en durven ze er niet over te spreken uit angst om afgewezen te worden, uit schuld- en schaamtegevoelens. Gelukkig merken velen ook dat als ze hun omgeving op de hoogte brengen en hun wat uitleg geven, ze hun steun kunnen ervaren.”
-
Waarom is er nog geen vaccin?
Ria: “Het hiv-virus muteert bij iedereen anders. Daardoor is het moeilijk om een vaccin te vinden.”
“Ik kan rekenen op de steun van familie en vrienden, dat geluk heeft niet iedereen”
De avond dat Tim de diagnose hiv kreeg, zaten zijn collega’s hem thuis op te wachten. Hij kon terecht bij zijn ouders en vrienden. Dat is zijn groot geluk, want niet iedereen kan op de steun van zijn omgeving rekenen.
Tim doet zijn verhaal...
-
De diagnose
Tim: “Het was begin 2012 toen ik de diagnose hiv kreeg. Ik moest meteen aan Philadelphia denken, de aangrijpende kaskraker over hiv en aids, aftakeling en dood. De film dateert van 1993 en bevat informatie die intussen verouderd is. Er ging zoveel door me heen, ik voelde me verdrietig, kwaad en schuldig. De verhalen die ik las op het internet maakten me nog ongeruster. Gelukkig heeft mijn arts me de juiste informatie gegeven. Dat was heel belangrijk voor mij. Zij is mijn vertrouwenspersoon geworden.”
-
Bevoorrecht
Tim: “Ik kon er meteen over praten met familie, vrienden en collega’s. Zij steunen mij. Daarom voel ik me bevoorrecht, want niet iedereen kan rekenen op de steun van zijn omgeving. Velen zwijgen erover, uit schaamte, uit schrik om mensen te verliezen of hun baan kwijt te geraken.
Hiv heeft een enorme impact gehad op mijn leven. Therapie heeft me geholpen, niet alleen om de diagnose te verwerken, maar ook om te leren omgaan met emoties in het algemeen. Ik sta nu anders in het leven dan vroeger en ik wil mijn verhaal delen om anderen te steunen.”
-
Niet alleen met hiv
Tim: “In het begin dacht ik dat ik niemand anders kende die hiv had. Tot ik erover begon te praten. Toen merkte ik dat tientallen mensen – ook mensen die ik al jaren kende – met het virus leven.”
-
hiv in stilte
Tim: “Ik krijg berichten van mensen die al 10 of 20 jaar met hiv leven en dit nog tegen bijna niemand verteld hebben, maar die wel de nood hebben om erover te praten. Sommige mensen willen er liever niet over praten, en dat is hun recht. Maar als je er niet over kan praten, terwijl je dit wel wilt, dan wordt het moeilijk.”
-
Angstige reacties, ook in de zorg
Tim: “Als het virus niet meer detecteerbaar is, kan het niet worden overgedragen. Toch merk ik dat mensen er nog wantrouwig tegenover staan. Ook in de gezondheidszorg. Zo moest ik onlangs een operatie ondergaan. Terwijl ik wachtte op de verdoving ving ik de reactie op van de verpleegkundigen: ‘hiv? Oei! Dan moeten we dubbele handschoenen aan!’ Het is me ook al overkomen dat een arts gewoon wegliep en een stagiair naar me toestuurde.”
-
Leven met hiv
Tim: “In het begin was ik heel bang om anderen te besmetten. Vandaag is de virale lading in mijn bloed ondetecteerbaar. Ik laat het virus mijn leven dan ook niet bepalen. Ik heb een relatie, een leuke job en ik reis graag. Toch doe ik geen dingen waar ik me ongemakkelijk bij voel. Ik denk elke dag aan hiv omdat ik dagelijks een pil moet nemen. Als ik niet elke dag een pil zou moeten nemen? Neen, dan zou ik er niet dagelijks aan denken.”