Minimumuitkering vanaf vijfde maand arbeidsongeschiktheid

Meer over

Sinds 1 januari 2021 krijgen bepaalde categorieën van mensen in arbeidsongeschiktheid een minimumuitkering vanaf de vijfde maand arbeidsongeschiktheid in plaats van vanaf de zevende maand. Het komt erop neer dat je voor de vijfde en zesde maand arbeidsongeschiktheid aanspraak kan maken op dit nieuwe gewaarborgde minimum. Vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid gelden nog steeds de huidige minima.

Arbeiders en bedienden, leerlingen van de stelsels alternerend leren, deeltijds werknemers met behoud van rechten en volledig gecontroleerde werklozen kunnen rekenen op een dagbedrag van 49,68 euro. Dat bedrag is wel begrensd tot je gederfd loon.*

Vanaf 1 januari 2022 zal het minimumbedrag van toepassing zijn vanaf de 1ste dag van de 4de maand, vanaf 1 januari 2023 vanaf de 1ste dag van de 3de maand en vanaf 1 januari 2024 vanaf de 1ste dag van de arbeidsongeschiktheid (in zover er geen gewaarborgd loon is).

Opgelet, uitkeringen kunnen van situatie tot situatie afhangen. Neem voor de berekening van je uitkering steeds contact op met je ziekenfonds.

*Gederfd loon: het gemiddeld dagloon waarop je als werknemer normaal recht zou hebben op het ogenblik dat je arbeidsongeschikt wordt.​