Grip op gamen: tips van pedagoog André Parren
Games zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven van jongeren en volwassenen. Maar met de populariteit van games komen ook problemen. Zo kan niet iedereen, in het bijzonder jongeren, tijdig grenzen stellen. Daardoor ontwikkelen jongeren ook sneller een gameproblematiek. Hoe kan je daar als ouder mee omgaan? Pedagoog en gamer André Parren vertelde er alles over tijdens een van onze webinars.
Volgens Parren zijn er wereldwijd zo’n drie miljard gamers. Waarom het zo populair is? Gamen verbindt. Hoe je jezelf online presenteert en hoe goed je bent, is in dat opzicht heel belangrijk. Tegenwoordig bestaan er heel wat manieren om te gamen (console, spelcomputer, draagbare spelcomputer, browsergames, via de gsm,…) en zijn er veel verschillende spelletjes. Het ene spel is al verslavender dan het ander. Hoe aantrekkelijk een bepaald spel is, wordt gemeten aan de hand van vier factoren: mindset, meeting, measure en mission.
Mindset gaat enerzijds over de ontspanning die met gamen gepaard gaat en anderzijds over de focus die je hebt als je gamet. De community die je opbouwt terwijl je aan het gamen bent, maakt deel uit van de tweede factor: meeting. Kinderen vinden de online wereld soms minder eng, gamen is dan een gemakkelijke manier om contacten te onderhouden. Onder measure wordt de directe feedback die je krijgt, verstaan. Je punten en levels worden bijgehouden, waardoor het belangrijk wordt om goed te scoren in een spel. Tot slot is er de factor mission. Dat zijn de duidelijke doelen die je hebt tijdens het gamen. Die doelen geven je een gevoel van structuur en veiligheid.
Zijn de vier bovenstaande factoren duidelijk aanwezig in een spel, dan bestaat de kans erin dat het spel ook verslavend zal zijn. Maar Parren waarschuwt ouders ervoor om niet te snel over verslaving te spreken. Gamers, welke leeftijd ze ook hebben, kan je onderverdelen in vier types. De experimentele gamer speelt heel af en toe. De recreatieve gamer wil serieus spelen en doet dat als hij kan ook elke dag. Als hij eens niet kan gamen, is dat echter geen probleem. Verder is er de overmatige gamer. Die gamet excessief, gaat maaltijden overslaan of andere hobby’s missen om te gamen. Gebeurt dit vaker, dan is er wel sprake van een probleem. Tot slot is er de problematische gamer. Hij gamet 6 tot 7 uur per dag en gamet om te vluchten. Een problematische gamer is echter niet verslaafd als hij nog normaal kan functioneren op school of op het werk. Dit in tegenstelling tot een gameverslaafde bij wie zijn sociale relaties, gezondheid, school en/werk eronder lijden.
Wat jij als ouder kunt doen als je kind gamet? Parren raadt aan om de relatie met je kind goed in de gaten te houden, maar om ook op tijd grenzen te stellen. Die grenzen kun je samen met je kind bespreken en door je kind zelf laten invullen. Spreek bijvoorbeeld af dat je kind per week 8 uur mag gamen, maar dat hij of zij zelf kiest wanneer die uren gebruikt worden. Hoe meer autonomie je kind heeft, hoe beter. Daarnaast is het belangrijk om interesse te tonen in hun wereld en bijvoorbeeld eens een spel mee te spelen. Verder moet je duidelijk communiceren met je kind. Bepaalde games moet je uitspelen en kan je niet zomaar stilzetten. Als dan niet duidelijk gecommuniceerd werd dat je als gamer het spel niet kunt uitspelen omdat het avondeten klaar is bijvoorbeeld, kan dat voor problemen zorgen. Tot slot heeft André Parren het over de invloed van games op emoties. Kinderen en tieners geraken snel overprikkeld, waarbij ze geen controle meer hebben over hun emoties, schreeuwen, boos worden en/of hyperactief worden. Sommige games kunnen dat uitlokken. Bespreek met je kind welke games dergelijke emoties opwekken en hoe dat vermeden kan worden.